Ga naar hoofdinhoud

Bliksembeveiliging

Een uitwendige bliksembeveiligingsinstallatie is in principe een eenvoudige constructie. Deze bestaat uit een opvanginrichting, afgaande leidingen en een aardingssysteem. De opvanginrichting zorgt ervoor dat de bliksemontlading opgevangen wordt voordat hij het object raakt. De afgaande leidingen zorgen ervoor dat de bliksemstroom buiten het object om naar de aarde wordt geleid. Het aardingssysteem zorgt er tenslotte voor dat de bliksemstroom zich goed in de bodem kan verspreiden.

De bliksembeveiligingsinstallatie (ook wel Lightning Protection System of LPS) bestaat uit een aantal maatregelen om de schade ten gevolge van blikseminslag te voorkomen of te minimaliseren. Een installatie kan bestaan uit:
  • een externe bliksembeveiliging, zie ook bliksemafleider, deze draagt zorg voor de beveiliging tegen directe blikseminslag.
  • een interne bliksembeveiliging, zie ook overspanningsafleider, beveiligt tegen overspanning bij een inslag in nabije elektriciteitskabels.

Externe bliksembeveiliging

De externe LPS is bedoeld om directe blikseminslagen op het object te onderscheppen en de bliksemstroom af te leiden vanaf het inslagpunt naar aarde. In Nederland wordt een klasse-indeling gehanteerd op basis van de NEN-EN-IEC62305, waarbij door middel van de nummering een aflopend hogere beschermingsklasse aangegeven wordt. De eigenschappen van een LPS worden bepaald door de eigenschappen van het te beveiligen object en door het bliksembeveiligingsniveau (LPL) waarvan is uitgegaan. Er zijn vier bliksembeveiligingsklassen (I t/m IV) gedefinieerd in overeenstemming met de bliksembeveiligingsniveaus.

LPL I is in Nederland dus de hoogste beveiligingsgraad.

Klasse LPL I

Bliksembeveiliging van klasse LPL I is de geavanceerde vorm van bliksembeveiliging.

Daken zijn als volgt beveiligd:

  • normale dakconstructie:
    daknet met mazen van max 5×5m.
  • afgaande leidingen om de 10m.
  • hellende daken: opvanginrichtingen gebaseerd op een beschermingshoek van maximaal 20º.

De beveiligingsgraad is voornamelijk afhankelijk van de afstand die tussen metalen delen van het object en de uitwendige bliksembeveiligingsinstallatie is aangehouden.

De voor deze klasse te hanteren beveiligingsgraad is 0,98.

Klasse LPL II

Bliksembeveiliging van klasse LPL II is de traditionele vorm van bliksembeveiliging.

Daken zijn als volgt beveiligd:

  • normale dakconstructie:
    daknet met mazen van max 10×10m.
  • afgaande leidingen om de 10m.
  • hellende daken: opvanginrichting gebaseerd op een beschermingshoek van maximaal 30º.

De voor deze klasse te hanteren beveiligingsgraad is 0,95.

Klasse LPL III

Bliksembeveiliging van klasse LPL III is de verbeterde traditionele vorm van bliksembeveiliging.

Daken zijn als volgt beveiligd:

  • normale dakconstructie: daknet met mazen van max 15×15m.
  • afgaande leidingen om de 15m.
  • hellende daken: opvanginrichting gebaseerd op een beschermingshoek van maximaal 45º
  • de beveiligingsgraad is afhankelijk van de volgende aspecten:

De voor deze klasse te hanteren beveiligingsgraad is 0,88.

Klasse LPL IV

Bliksembeveiliging van klasse LPL IV is de lichtste vorm van bliksembeveiliging.

Daken zijn als volgt beveiligd:

  • normale dakconstructie: daknet met mazen van 20×20m.
  • afgaande leidingen om de 20m.
  • hellende daken: opvanginrichtingen gebaseerd op een beschermingshoek van maximaal 60º.

De voor deze klasse te hanteren beveiligingsgraad is 0,81.

Wat kunnen wij voor u betekenen?

Heeft u een vraag of wenst u meer informatie? Wij adviseren u graag.
Neem geheel vrijblijvend contact met ons op zodat we u verder kunnen helpen.
010 - 292 76 26   info@nab-bliksembeveiliging.nl

Back To Top